Blue Flower

Deel 2: De Behoeftecategorieën van Maslow en de Organisatie.

Dit is het tweede artikel in een serie van drie. De andere twee artikelen zijn:

    1. Maslow en de Persoon;
    2. Maslow en het Land;

Dit is het tweede artikel in een reeks artikelen over de Behoeftecategorieën van Maslow. In dit artikel kijk ik of er behoeftecategorieën zijn voor een bedrijf. Een bedrijf begint omdat er een ondernemer is die een idee heeft. Een bedrijf ontstaat. Zakelijk gaat het goed, het begint te groeien. Taken worden aangemaakt, samengevoegd, gesplitst en gedeeld. Op zeker moment werkt er een groep mensen met gelijke belangen binnen het bedrijf. Samen vormen ze de organisatie.

Een organisatie is een doelgerichte samenbundeling van kennis, vaardigheden en inzet van meerdere personen die middelen en activiteiten aanwenden om in de behoefte van anderen aan producten of diensten te voorzien. Binnen een organisatie vinden processen plaats waarin mensen samenwerken om een bepaald doel te bereiken. Er is sprake van een taakverdeling tussen die mensen die in het proces deelnemen. Daarnaast moeten de verschillende activiteiten binnen een proces gecoördineerd worden.

Een organisatie bestaat dus uit mensen. En zoals een persoon verschillende behoeften nastreeft om tot zelfontplooiing te komen, zo zullen ook de mensen gezamenlijk verschillende behoeftes nastreven en uiteindelijk streven naar zelfontplooiing. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat de mensen gezamenlijk verschillende behoeften, en uiteindelijk zelfontplooiing nastreven. Zou nu deze organisatie van mensen ook dezelfde behoeften als een enkele persoon na kunnen streven?

De ondernemer begint met zijn bedrijf. Het is hard sappelen, maar vanaf een bepaald moment gaan de zaken zo goed dat hij het niet meer alleen af kan. De inkomsten zijn van dien aard dat er een tweede persoon nodig is om het werk af te krijgen. Langzaamaan komen er meer mensen bij. Steeds als er voldoende geld binnenkomt wordt er uitgebreid. Bestaanszekerheid motiveert de ondernemer in zijn keuzes.

Vervolgens zal de ondernemer financiële zekerheid nastreven. Er zal geld gereserveerd worden voor slechtere tijden. Het bedrijf genereert voldoende inkomsten om aan haar huidige en toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen.

Ook nu bepalen deze eerste twee categorieën het overleven van de organisatie. Zijn deze behoeften zeker gesteld, dan kan er gewerkt worden aan het bereiken van de volgende behoeften. De volgende behoefte is behoren tot een gemeenschap. Binnen deze gemeenschap van bedrijven wordt kennis uitgewisseld. Kennis over markt en overheid.

Is het sociale contact zeker gesteld dan volgt de behoefte aan waardering en erkenning. Niet de waardering en erkenning van andere bedrijven, maar ook die van haar afnemers, werknemers en geldschieters. Hoge prijzen of een productieproces met negatieve kanten zoals vervuiling of onveiligheid dragen niet bij aan waardering. Uiteindelijk wil je een bedrijf zijn waar werknemers graag werken, waar andere bedrijven graag mee samenwerken en waar klanten graag kopen.

Tot slot de behoefte aan zelfontplooiing. Waar streeft een bedrijf naar om uiteindelijk alles te behalen wat er in zit? Moet het bedrijf ernaar streven het laatste megabedrijf te worden? Het bedrijf dat de afnemers de prijzen oplegt, de omgeving verbruikt, haar wil oplegt? Even afgezien van het feit dat dit wel heel "1984" is, zal er altijd wel iemand opstaan die een alternatief oplegt. Niet het maximaliseren van winst moet het doel zijn, maar streven een positieve bijdrage aan de maatschappij te leveren.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen hoeft geen geld te kosten. Het kan ook positief bijdragen aan de bedrijfsinkomsten. Zo kan je makkelijker de beste mensen aantrekken als je verantwoord onderneemt. Het kan je helpen met het beheren van je risico's. Een reputatie die jaren gekost heeft om op te bouwen kan in een paar uur vernield worden door incidenten als corruptie of milieuschandalen. Daarnaast kan het een helpen het bedrijf te onderscheiden van gelijksoortige bedrijven in de markt. Hierdoor zullen je afnemers jou de omzet gunnen boven concurrerende bedrijven. Uiteindelijk kan de onderneming door haar gedrag de overheid en de maatschappij overtuigen van haar goede bedoelingen op het gebied van gezondheid, veiligheid, de arbeidsomstandigheden en de impact op het milieu.