Deel 3: De Behoeftecategorieën van Maslow en de Natie.
Dit is het derde artikel in een serie van drie. De andere twee artikelen zijn:
Dit is het derde artikel in een reeks artikelen over de Behoeftecategorieën van Maslow. In dit artikel kijk ik of er behoeftecategorieën zijn voor een land. Een land is in de loop van de geschiedenis ontstaan. Zonder in te gaan op politieke geografie bestaat een land, zoals een bedrijf, uit een groep mensen met gelijke belangen.
Een land bestaat dus zoals een organisatie uit mensen. En zoals een persoon verschillende behoeftes nastreeft om tot zelfontplooiing te komen, zo zullen ook de mensen in een land verschillende behoeftes nastreven en uiteindelijk streven naar zelfontplooiing. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat de mensen gezamenlijk verschillende behoeften, en uiteindelijk zelfontplooiing nastreven. Zou nu een land ook dezelfde behoeften als een enkele persoon na kunnen streven?
Een land ontleent haar bestaanszekerheid aan de mensen die in het land wonen. De bevolking moet het waarderen dat ze in het land wonen. Als de mensen in het land zeker van hun bestaan zijn zal ook het land zeker van haar bestaan zijn. Het land moet dus streven het bestaan voor haar bevolking te waarborgen.
Wanneer het land voor haar bevolking zorgt, wordt het tijd te zorgen voor zekerheden. Het land zal moeten zorgen voor persoonlijke en financiële zekerheid, gezondheid en welzijn en een moeten zorgen voor een vangnet tegen ongevallen.
In het Europa van 1500 waren er 500 staatjes die concurreerden voor beperkte grondstoffen. Nu zijn er een stuk of 45 landen over. Concurrentie voor beperkte grondstoffen leidde begin 20e eeuw tot gruwelijke oorlogen. Als reactie daarop is de supranationale Europese Unie opgericht. Landen willen nu tot deze unie behoren omdat ze daarmee toegang hebben tot een gemeenschappelijke markt.
Ook de behoefte aan waardering en erkenning speelt een rol bij naties. Van de bevolking omdat ze anders voor een andere natie zal kiezen (emigratie). Van de bedrijven omdat het ook hen vrij staat zich ergens anders te vestigen. Waardering en erkenning ook van andere landen. Want het nastreven van de eigen belangen zonder dat het land gewaardeerd wordt leidt gauw tot roepen in de woestijn.
Ook de behoefte aan zelfontplooiing is van belang voor de natie. Het land zal zijn zaakjes op orde moeten hebben. Het zal moeten streven naar het uitbannen van armoede, een goed opgeleide beroepsbevolking en het zal vervuiling moeten voorkomen. Niet groei om de groei an sich, waarbij melkpoeder aangelengd met melamine wordt verkocht, maar een maatschappij waar het goed toeven is en waar bedrijven met aandacht voor de omgeving ondernemen.
In zo'n land moet het overigens voor iedereen goed toeven zijn. Eigenlijk zijn we als maatschappij bezig steeds efficiënter ons werk te doen. Klassen worden groter waardoor het het onderwijzende personeel aan tijd ontbreekt om aandacht aan iedereen die daar behoefte aan heeft te besteden.
Het lijkt wel alsof de eisen die aan de mensen gesteld worden steeds hoger worden. Het is dan niet verwonderlijk dat er steeds meer verbijzonderingen van de mensen ontdekt worden. Mensen met AD(H)D, dyslexie, een autistische storing, dyscalculie of hoogsensitiviteit of enig ander "vlekje" vallen daardoor uit. Omdat leraren niet langer de tijd hebben om aan iedereen die daar behoefte aan heeft aandacht te besteden worden deze leerlingen naar speciale scholen gestuurd. Hoe intelligent deze kinderen dan ook mogen zijn, of wat voor bijdrage ze in de toekomst aan de maatschappij kunnen leveren.
Maar zijn we daardoor op het goede pad terecht gekomen? Zoals een bedrijf kan besluiten het pad van maatschappelijk verantwoord ondernemen in te slaan zou ook een land maatschappelijk verantwoord geregeerd moeten worden.
Het volgende artikel gaat over 'Maslow en de Organisatie'.